Op 20 september was ik te gast bij wijnen Orizonte voor een verticale degustatie (i.e., verschillende jaargangen van dezelfde wijn naast elkaar) van de barbaresco’s van Giuseppe Cortese.
Even de achtergrond schetsen voor wie minder vertrouwd is met Italiaanse wijnstreken. We hebben het hier over Piemonte. Letterlijk vertaald: de voet van de berg – in casu de Alpen. Historisch, cultureel en vooral ook gastronomisch een bijzonder interessante streek. In de heuvels van Langhe zijn de zomers warm en lang, terwijl het reliëf verkoeling brengt. Een ideaal recept om rijpe maar gebalanceerde wijnen te maken. Piemonte is in Italië de grootste producent van wijnen met het DOCG-label (de hoogste klassering in de Italiaanse wijnwetgeving) en herbergt een brede variatie aan wijnstijlen: van de licht parelende, zoete moscato d’asti, over de minerale, droge arneis in wit en de fruitige, soepele dolcetto in rood, tot de krachtige bewaarwijnen barbaresco en barolo, die tot de beroemdste wijnen van Italië behoren.
Over barbaresco en barolo, beiden uitsluitend van nebbiolo gemaakt, is al veel inkt gevloeid. Barolo wordt wel eens de keizer, en barbaresco de koning van de nebbiolo genoemd. Volgens Luc Vanmaercke van Orizonte zou koning vs koningin (of keizer/keizerin, zo je wil) passender zijn. Wat er ook van zij, het gaat niet langer op om te stellen dat barolo een trapje hoger op de kwaliteitsladder staat dan barbaresco. Het gaat om twee ietwat verschillende interpretaties of stijlen van nebbiolo, die beiden zeer hoogstaande wijnen kunnen opleveren. Barolo heeft wat armere bodems, vandaar de wat strengere tannines, terwijl barbaresco wat zachter en ronder zou moeten zijn. Maar veel heeft uiteraard te maken met de keuzes van de wijnmaker. Wie zou durven beweren beide appellaties feilloos uit elkaar te kunnen houden in een blindproeverij?
De druif op zich, dan. Een fascinerende, eigenzinnige, verrassende druif. Als je de wijn in het glas krijgt te zien, verwacht je misschien een flauw, dun wijntje. Niets is minder waar: vaak geeft nebbiolo een bom van aroma en tannine, en de beste wijnen gaan decennia lang mee. Eigenzinnig, omdat nebbiolo zich niet zo makkelijk in een internationaal keurslijf van sterk geconcentreerde en houtgelagerde wijnen laat vatten. Er woedde (en woedt nog steeds) een felle discussie (“botte” vs “anti-botte”) tussen de voorstanders van het traditionele gebruik van grote houten fusten met lange inweking van de schillen, en de “modernisten”, die het eerder begrepen hebben op een kortere maceratie en rijping in kleine eikenhouten vaten, die meer houtaroma’s aan de wijn afgeven – critici van die laatste aanpak beweren dat het de finesse van de druif maskeert, en ik ben eerder geneigd hen te geloven.
Die zondagnamiddag mochten we dus met een tiental wijnliefhebbers van diverse pluimage op een kleine reis door de tijd met de wijnen van Giuseppe Cortese. Dit vooraanstaande wijndomein krijgt regelmatig uitstekende punten van vooraanstaande critici (onlangs bijvoorbeeld nog uitdrukkelijke lofprijzingen voor hun dolcetto, in het laatste nummer van Decanter).
De toon wordt gezet, en de tong verfrist, met een chardonnay zonder houtlagering. Ietwat neutraal in de neus, maar met een mooie fruitintensiteit in de mond. Ongecomplexeerd verfrissend. “Een chardonnay voor wie niet van chardonnay houdt”, aldus onze gastheer.
Vervolgens krijgen we een dolcetto d’alba en een barbera d’alba te proeven. De eerste is geen evidente wijn, met een rustiek en hoekig kantje. Niettemin proeven we sappig kersenfruit met verfrissende zuren en soepele tannines. Een wijn voor aan tafel. De barbera heeft meer onmiddellijke charme, met een duidelijke vanilletoon (houtgelagerd), en markante zuren die hem eveneens tot een goede disgenoot maken.
Dan komt het stevige werk, ingeleid door een langhe nebbiolo 2012, die al meer complexiteit vertoont, met naast fruit (bosaardbeien) ook aardse en kruidige toetsen. De vrij hoge alcohol laat zich wel wat voelen.
Deze nebbiolo effent het pad voor 5 jaargangen van de barbaresco “Rabaja” (de naam van de wijngaard), van jong naar oud geproefd.
2012: complexe neus met rood fruit, tabak, gerookte toetsen; leder en chocolade in de (lange) afdronk; strenge tannines en zuren die bevestigen dat deze jongen best nog wat in de kelder rust.
2011: in vergelijking met de jeugdige, gespierde 2012 is deze veel zwoeler en al meer benaderbaar. De tannines zijn goed versmolten, de warmte van de alcohol komt er een beetje door.
2007: het favoriete jaar van Robert Parker voor dit wijnhuis (94 punten), en men begrijpt waarom. Het was een warm jaar, vandaar het meer “geconfitureerde” fruit en de zachtere zuren. Een sensuele, hedonistische wijn, die misschien een tikkeltje reliëf mist.
2006: groot contrast met 2007, want een veel koeler oogstjaar. Een dierlijke, aardse neus waar het fruit wat op de achtergrond staat, maar een stevige structuur die doet vermoeden dat deze wijn de tand des tijds uitstekend zal doorstaan. Gereserveerder en, excusez le mot, “mannelijker”, met meer spankracht dan de voorgaande wijn.
2005: Voor mij op dit moment de winnaar van de reeks. Een tikje truffel steekt de kop op, samen met rijpe griottekersen en een florale toets; in de mond verrukkelijk, met een fluwelen textuur. Een soort gulden middenweg tussen de ’06 en de ’07, die zich nu heerlijk laat drinken, maar nog een hele tijd mee kan.
De kroon op het werk is de “riserva” 2006, uit dezelfde wijngaard (Rabaja) maar met een nog strengere selectie van druiven. De vergelijking met de “gewone” 2006 is interessant. De riserva is wat geconcentreerder, rijper en ronder. Hij heeft een meer internationale stijl. Heerlijk, maar er hangt ook een ander prijskaartje aan…
Al bij al een boeiende proeverij, waaruit de hoge en consistente kwaliteit van Giuseppe Cortese spreekt. Tevens interessant om verschillende profielen van proevers rond de tafel te verenigen. Sommigen benaderen het meer vanuit een hedonistisch standpunt en laten zich met name door de 2007 verleiden. Anderen zijn wat gevoeliger voor structuur en potentieel van de wijnen, of hebben een fijne neus voor de aroma’s die in de wijnen te vinden zijn. Het was fijn en verrijkend deze ervaring met hen te delen. Met dank aan Evelyne Sauvage en Luk Vanmaercke van Orizonte.